10 irritaties van een broer of zus
Een broer of een zus, dat wilt toch iedereen? Ja, een broer of zus hebben is wel fijn maar er zijn toch dingen waar ons haar overeind van gaat staan. Hier zijn 10 irritaties van een broer of zus.
1. "Ik was eerst!": We kennen het allemaal wel. Je zit rustig voor de tv en spontaan komt je zus eraan, pakt de afstandsbediening af en gaat iets anders kijken. Dan komt de meest bekende zin: "Maar ik was eerst!"
2. "Maar ik had dat niet op die leeftijd!". Als je een oudere broer of zus bent kan het je soms zo irriteren dat je kleine zusje of broertje iets mag wat jij op die leeftijd nooit mocht. Een geweldig voorbeeld daarop is bijvoorbeeld: "Ik had pas een gsm toen ik 12 was en hij/zij heeft er nu al één!"
3. Dingen stelen. Je wilt je haar gaan doen maar waar is die kam naar toe? Ik had dat ding toch gisteren hier neergelegd? Je loopt naar je zusje haar kamer en ja hoor, daar ligt je kam! Zonder te vragen steelt die kleine dief al je spullen. Soms is het zelfs zo erg dat ze zegt: "Nee, die is van mij!"
4. Dit geld vooral voor de jongere zus of boer. Je ouders zijn weg en spontaan denkt je grote broer/zus dat hij/zij de baas kan spelen. Ze beginnen maar te zeggen dat je naar bed moet en niet eens mee tv mag kijken omdat het niet voor jouw bestemd is.
5. "Het was maar een tikje.". Dit is waarschijnlijk zeer herkenbaar. Je zit in een discussie met je zus/broer en je geeft haar/hem een tikje. Spontaan begint hij/zij te huilen omdat je hem/haar hard geslagen hebt. Jij krijgt op je kop van je ouders terwijl het maar een tikje was. Het lijkt wel op voetbal: je doet niks en krijgt een rode kaart.
6. Het zijn mijn vrienden! Je beste vriend(in) komt bij je langs en voor dat je het weet denk je broer/zus dat het zijn/haar beste vriend is. Je krijgt hem/haar maar niet weg en als je er iets van zegt wordt je moeder boos want je moet lief zijn tegen je broer/zus.
7. "Oh, wat is ze toch lief!" Als oudere broer of zus klinkt dit heel bekent in je oren. Je gaat op familie bezoek en iedereen heeft oog voor je klein zusje/broertje. Alsof jij niet meer bestaat! Alle aandacht gaat naar haar/hem en als je er iets zeg krijg je als reactie: "Wees nu eens lief voor je zus/broer!"
8. "Stop met huilen!": Dit is waarschijnlijk zeer herkenbaar voor de meeste. Je hebt iets fout gedaan en je zus/broer begint te huilen. Jij probeert ze te laten stoppen met huilen want anders heb jij problemen. "Alsjeblieft stop met huilen!"
9. "Niet waar, dat heb ik niet gedaan!" Als jongere zus/broer heb je hier vaak mee te maken. Er iets kapot en wie zou het gedaan hebben. Je oudere broer/zus noemt meteen jouw naam. "Ik heb niks gedaan, waarom geeft je mij altijd de schuld?!" En meestal krijg jij dan nog op je kop van je ouders.
10. "Je staat altijd aan zijn/haar kant!" Ruzies is iets heel normaal bij broers/zussen maar als het echt erg wordt ga je meestal naar je ouders. Terwijl jullie allebei je verhaal vertelt kiest je moeder zijn/haar kant. "Hij/Zij liegt! Jij kiest ook altijd zijn/haar kant!"
Het is niet altijd makkelijk met die broers/zussen. Maar toch stiekem houden we van hen. Nu lijken ze nog super irritant maar als het erop aankomt zullen ze er wel voor je staan. Je broer/zus zal er altijd voor je zijn. Dus hoe irritant ze ook zijn, je houdt van ze!
"Being sister or brother means being there for each other."
xxx Ismana
